
In het project Je Ogen Uitkijken hebben kerngroepleden samen met hun hogeschool een praktijkvraag geformuleerd waarmee zij aan de slag gaan. Die praktijkvragen hebben allemaal te maken met toetsbekwaamheid. Er zijn 3-tallen gemaakt om met elkaar mee te denken en er wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van tools en handvatten die al zijn ontwikkeld (zie website). Ook Aeres Hogeschool is hiermee gestart. In het ervaringsverhaal hieronder van Maaike Cox (kerngroeplid Aeres) vertelt zij over hun praktijkvraag en de acties die zij al hebben ondernomen.
Ervaringsverhaal Maaike Cox
Praktijkvraag: Wat speelt er en waarom hebben jullie hiervoor gekozen?
Aeres Hogeschool faculteit Dronten en Almere hebben een vierde jaar dat voor studenten van verschillende opleidingen er hetzelfde uitziet. De studenten doorlopen vier onderdelen waarvan ze de volgorde zelf mogen bepalen: Twee minors van ieder 15 ECTS, te volgen bij de eigen instelling of daarbuiten, een bedrijfsopdracht/afstudeerstage van 17 ECTS en een afstudeerwerkstuk van 10 ECTS. Daarnaast volgen de vierdejaars nog twee onderdelen in de persoonlijke leerlijn van in totaal 3 ECTS. Het afstudeerwerkstuk is bewust nooit een scriptie genoemd omdat de hogeschool voorstaat dat de studenten een scala aan beroepsproducten zouden mogen inleveren. Het beoordelingsformulier is een rubric met criteria, per onderdeel van een onderzoeksrapport. Als gevolg daarvan leveren studenten bijna exclusief een onderzoeksrapport in. De visie en de praktijk komen daardoor niet met elkaar overeen. Als praktijkvraag willen we daarom gaan kijken naar mogelijkheden om te komen tot een ander beoordelingsformulier, die een grotere variatie aan beroepsproducten mogelijk maakt.
Hoe was het startgesprek en wat is daaruit gekomen?
Vanaf oktober 2020 tot deze week zijn we aan de slag gegaan met onze praktijkvraag. In eerste instantie om de praktijkvraag helder te krijgen in een breed pallet van betrokkenen, zowel extern als intern. Daarna in kleinere geleding om te werken aan het oplossen van de praktijkvraag. Op basis van de input van externen van andere hogescholen vanuit de kerngroep, hebben we met behulp van input en voorbeelden gereflecteerd op de eigen praktijk. Dit heeft waardevolle discussiepunten naar voren gebracht:
- De bestaande aanpak van beroepstaak + beroepsrol, de handelingsanalyse en de opmaak van het beoordelingsformulier dat we al 20 jaar gebruiken, heeft over tijd geleid tot het formuleren van criteria m.b.t. het beroepsproduct in plaats van de beroepstaak en/of rol. Mogelijk zit hier de oplossing.
- Het is een interessante reis om de omslag te maken van gewenning aan analytische rubrics, naar mogelijk meer holistische manieren van beoordelen. Die stap raakt veel andere elementen van het onderwijs, wat de situatie erg complex maakt:
- In hoeverre is dat een afwijking van wat de student gewend is in eerdere jaren? Moeten we hier wel mee beginnen in jaar 4?
- In hoeverre is de scheiding tussen het afstudeerwerkstuk en het verslag voor de afstudeerstage/bedrijfsopdracht nog wenselijk?
- Behoefte aan duidelijke kaders vanuit zowel docent als student en wat betekent zo’n shift voor intervisie en opleiding?
- Vereist elk beroepsproduct wel dezelfde inspanning van de student?
Het is uitermate interessant om dit traject te doorlopen en daarin met meerdere collega’s van andere hogescholen samen te werken. Het creëert een open en behulpzame sfeer die heel prettig is. De interne discussies worden als heel waardevol ervaren door de betrokkenen en zullen zeker hun verdere uitwerking gaan vinden komend schooljaar.